De komende weken zullen wij jullie meer vertellen over Tula, de slavenopstand en de moedige strijd voor onze vrijheid.
Om bij het begin te beginnen, introduceren wij graag Tula. Hoewel er weinig bekend is over Tula’s geschiedenis vanwege verloren documentatie, hebben verschillende auteurs interpretaties gegeven over zijn leven. Volgens Dyonna Benett, adviseur erfgoed bij het Kenniscentrum Cultureel Erfgoed, is bekend dat Tula kapitein van een schip was en daarnaast veearts. Wat wel vaststaat, is dat Tula als slaaf werkte op plantage Kenepa (Knip) in het westen van Curaçao. Bovendien had hij een relatie met medestrijdster Sablika.
Tula was eigendom van Casper Lodewijk van Uytrecht, eigenaar van verschillende plantages waaronder plantage Knip in Bandabou. Onder leiding van Tula legden 50 à 60 medeslaven het werk neer om te pleiten voor de vrijheid van de slaven. Dit was het begin van de grootste slavenopstand in de geschiedenis van de Nederlandse Antillen. Onder Tula’s leiding trokken ongeveer 2.000 slaven naar gouverneur De Veer in Willemstad. Johannes de Veer was in 1782 benoemd tot directeur van de West-Indische Compagnie (W.I.C.) op Curaçao en was daarmee de gouverneur van het eiland. Onder zijn gezag waren er veel conflicten met de burgerij van Curaçao en binnen de W.I.C. was er kritiek op zijn functioneren. Na de opheffing van de W.I.C. in 1792 bleef hij gouverneur namens de Staten-Generaal.
Uit bronnen blijkt dat Tula goed geïnformeerd was, meerdere talen sprak en bedreven was in retorica. Hij gebruikte argumenten uit de christelijke en politieke leer en was goed op de hoogte van de veranderende wetten van zijn tijd.
Volgende week gaan we dieper in op de totstandkoming van het verzet. Blijf op de hoogte via onze social media kanalen en vergeet geen tickets te kopen voor Tula Dag in Tilburg!
Credits foto: Door Edsel Selberie – Eigen werk, CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=79718958
